IKC’s zijn niet meer weg te denken in Nederland. Tien jaar geleden dachten we misschien nog aan een hype, een innovatieve speeltuin voor educatiespecialisten. Inmiddels is het de pedagogische richting die we kiezen in Nederland, maar ook over de grenzen. We hebben onderzocht hoe belangrijk de eerste levensjaren van kinderen zijn en willen hen van nul tot twaalf jaar volgen, stimuleren en begeleiden. Eén visie, één doorlopende leerlijn. Is de IKC-vorm alleszaligmakend? Nee. Ik denk ook niet dat straks alle kinderopvangorganisaties en scholen met elkaar verweven zijn. Er blijft altijd ruimte voor een mooie boerderij-eenpitter, een sport-bso die liever samenwerkt met de rugbyvereniging of een grotere kinderopvangpartij die ervoor kiest om zich niet te verbinden aan onderwijs. Maar over het algemeen is één ontwikkelingslijn zonder harde grenzen tussen kinderopvang en onderwijs wel de richting die we op willen.
Blokkerende wet- en regelgeving
We hebben echter een wet- en regelgevingssysteem dat hierop achterloopt. Dat zorgt voor organisatorische leeuwen en beren op het IKC-traject, waardoor vergaande pedagogische verandering stroef verloopt. Iedereen die betrokken is bij een IKC-geboorte stuit op dezelfde hindernissen: twee CAO’s, verschillende wetgeving en geldstromen, verschillend toezicht op kwaliteit en veiligheid, et cetera. IKC’s zoeken creatieve oplossingen in bestuurlijke fusies met één gezicht aan de voorzijde en aparte takken voor kinderopvang en educatie aan de achterzijde, maar simpel is het niet.
Tijd voor een volgende stap in deze evolutie.
We hebben inmiddels drie brancheorganisaties voor kinderopvang. Waarom richten we geen brancheorganisatie op die de IKC’s vertegenwoordigt? Een stichting die de belangen van integrale kindcentra behartigt, organisatorische modellen ontwikkelt en ondersteunt bij het opzetten van IKC’s.
Nieuwe CAO voor IKC’s
Maar ook: een brancheorganisatie die samen met de vakbond(en) om tafel gaat om een logische arbeidsovereenkomst voor IKC’s te maken. Het ministerie van SZW zegt het zelf op haar website: ‘Een cao kan voor een individuele onderneming worden afgesloten, maar ook voor (een deel van) een bedrijfstak.’ Stel het u eens voor. Een cao met ruimte voor alle pedagogisch professionals binnen het IKC. Medewerkers die algemeen of specialistisch zijn opgeleid, bijvoorbeeld met als focus nul- tot vierjarigen, vier- tot twaalfjarigen, pedagogisch coach of een zorgspecialisatie. Een logische functie-indeling met salarisschalen, vakantieregelingen en voorwaarden. Dat zorgt voor gelijkwaardigheid van medewerkers, zodat zij samen sterk gemotiveerd aan de slag kunnen voor kinderen. Werken vanuit één structuur accelereert de inhoudelijke samenwerking. Absoluut een aftrap naar meer kwaliteit.
Stof tot nadenken
Wellicht ga ik wat u betreft te gemakkelijk voorbij aan het feit dat we al twee cao’s hebben, zodat we dispensatie moeten vragen voor een nieuwe? Of het feit dat we te maken hebben met twee ministeries, een publieke en een commerciële sector en verschillende pensioenfondsen? Ik onderken die bezwaren niet, maar is dit niet zó de moeite waard dat we er tenminste over moeten nadenken?
Het is tijd dat IKC’s zich stevig gaan profileren als één organisatie voor kindontwikkeling, waarin professionals in een gelijkwaardige situatie werken. De IKC-ontwikkeling is een feit, maar we lopen het risico dat het te veel blijft aanzeuren en geen duidelijke eigen vorm krijgt. IKC’s, eis je plek op in het pedagogische ecosysteem!